Er wordt gekeken naar de temperatuur op de effectieve werkplaats en niet de buitentemperatuur, tenzij de werknemers buiten werken. De temperatuur wordt gemeten met een vochtige globethermometer (die doorgaans 5°C lager aangeeft dan een normale thermometer). Afhankelijk van de aard van het werk wordt de temperatuur als overmatig gezien vanaf 30°C (licht werk), 26,7°C (halfzwaar werk) of 25°C (zwaar werk).

Als de temperatuur een bepaald maximum overschrijdt, moet de werkgever een aantal maatregelen treffen, zoals onder andere:

• De fysieke werkbelasting of de blootstellingsduur aan de warmte verlagen door aanpassing van de werkmethodes;
• Werknemers die rechtstreeks blootgesteld zijn aan de zon beschermen d.m.v. luiken, schermen, gordijnen, kledij, …;
• Kunstmatige verluchting voorzien op de werkplek;
• Tijdelijk aanpassen van de uurroosters of de arbeidsorganisatie (afwisseling arbeids- en rusttijden);
• Gratis verfrissende dranken aanbieden aan de werknemers.

Wanneer de hitte aanhoudt en bovenstaande maatregelen blijken onmogelijk of ontoereikend, dan kan je als werkgever beslissen om tijdelijke werkloosheid in te voeren.