13 september 2024

Het mobiliteitsbudget: 3 pijlers

Wanneer je als werkgever beslist om het mobiliteitsbudget in te voeren, kunnen je werknemers ervoor kiezen om hun bedrijfswagen of het recht hierop in te ruilen voor een mobiliteitsbudget.

Je mag niet zomaar een mobiliteitsbudget toekennen. Dit kan alleen als je gedurende een ononderbroken periode van ten minste 36 maanden vóór de invoering één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking hebt gesteld aan je werknemers. Voor startende ondernemingen geldt een uitzondering gemaakt op de wachttijd van 36 maanden  . 

Het mobiliteitsbudget wordt berekend aan de hand van de totale kostprijs van de bedrijfswagen. Dit omvat o.a. de leasingkosten, CO²-bijdrage, brandstofkosten, niet-aftrekbare btw en andere niet-inbegrepen kosten (winterbanden en verzekeringen).

Het budget kan vrij besteedt worden in 3 pijlers:

Pijler 1: Milieuvriendelijker model

Onder deze pijler kan de werknemer kiezen voor een elektrische wagen of een wagen die voldoet aan bepaalde normen. Het budget dat na de besteding overblijft, kan verder uitgegeven worden in pijlers 2 en/of 3.

Pijler 2:  Alternatief vervoersmiddel

Onder deze pijler kan de werknemer kiezen voor een reeks alternatieve vervoersmiddelen zoals een fiets, elektrische motorfiets, openbaar vervoer, carpooldiensten, etc. Werknemers die binnen een straal van 10 km van het werk wonen, kunnen zelfs het huurgeld of de interesten van hun woonkrediet financieren met het mobiliteitsbudget.

Pijler 3:  Uitbetaling in geld

Indien het mobiliteitsbudget nog niet volledig is besteed in pijlers 1 en/of 2, kan de werknemer het resterende bedrag in geld ontvangen. Het bedrag wordt dan verminderd met een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%.


Advies nodig bij het invoeren van een mobiliteitsbudget? Of hulp nodig bij de administratie ervan? Neem contact met ons op en dan werken we graag een voorstel voor je uit.

keyboard_arrow_up

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x